De farmaceutische industrie betaalt medisch specialisten van specifieke beroepsgroepen miljoenen voor advieswerk, spreekbeurten en onkostenvergoedingen bij congresbezoek. De industrie richt zich op bepaalde specialisten zoals reumatologen, urologen, longartsen en internisten.
Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.
De specialisten zijn interessant voor de farmaceutische industrie, omdat zij vaak medicijnen voorschrijven voor chronische aandoeningen, die dus langere tijd worden gebruikt. Hier komen vaak de nieuwe, dure medicijnen op de markt.
Volgens de krant ontving ruim 40 procent van de reumatologen en urologen vorig jaar geld van farmaceuten. Voor longartsen en internisten was dit ruim een derde. Artsenorganisatie KNMG zei eerder dat slechts een paar procent van alle artsen bijverdient. Dat gemiddelde camoufleert dat de betalingen zich concentreren in enkele specialismen.
Dit leverde een ranglijst op met bijna 2400 artsen, die vorig jaar gezamenlijk 5,6 miljoen euro van farmaceutische bedrijven kregen. Het meeste hiervan, ruim 2,2 miljoen euro, ontvingen artsen als tegemoetkoming in hun reis- en verblijfskosten voor congresbezoeken.
De bestbetaalde arts kreeg 38 duizend euro, zo schrijft de Volkskrant. De laatste op de ranglijst kreeg 33 euro.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoekt of de specialisten met hun bijverdiensten van de farmaceuten de geneesmiddelenwet hebben overtreden. Hiervoor heeft de inspectie enkele maanden geleden de betalingsgegevens van de artsen in de top tien opgevraagd bij het Transparantieregister. Ook wil de inspectie gegevens over de hoogste contractbedragen, betalingen per klus en contracten tussen farmaceuten en specialisten.
De Volkskrant analyseerde de betalingen aan ruim 13.000 medisch specialisten (ruim de helft van het totaal) in zestien vakgebieden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl